Grootmeester Jacques de Molay en commandeur Godfried van Charney werden op 18 maart 1314 verbrand in Parijs. De veroordeling van de leden verliep betrekkelijk geruisloos. Veel gewone broeders traden toe tot een kloosterorde of sleten hun dagen op de vroegere commanderijen. De vier leiders echter werden onderworpen aan een pauselijke rechtbank van kardinalen. Op 18 maart 1314 werden ze op een openbare rechtszitting in Parijs veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Maar grootmeester Jacques de Molay en commandeur Godfried van Charney maakten van de gelegenheid gebruik om hun eerdere bekentenissen in te trekken en de orde onschuldig te verklaren. Toen Filips daar lucht van kreeg, liet hij de twee mannen nog diezelfde dag sterven op de brandstapel.De orde als geheel werd eigenlijk nooit werkelijk serieus verdacht van ketterij of overtreding van geloofsregels. In de strafbepalingen van de tempelorde stond dat men voor homoseksualiteit uit de orde gezet werd. Er werd nooit een spoor gevonden van afgodsbeelden en geheime voorschriften. De afgedwongen bekentenissen over kusrituelen en afgoden vertoonden zo’n grote verscheidenheid dat er geen waarde aan gehecht kan worden. De Tempeliers hebben onder dwang bekend wat de inquisitie wilde horen. In andere landen was het verschil met Frankrijk enorm. Daar reageerden ze met ongeloof; er waren weinig verhoren, martelingen, bekentenissen en veroordelingen. Het was wel een handige manier om de bezittingen van de tempelorde af te nemen.
De Franse koning Filips de Schone was de drijvende kracht achter de ontbinding van de Orde van de Tempeliers. Van meet af aan was hij van plan de orde te vernietigen. Dan sloeg hij twee vliegen in één klap: Politiek: Filips duldde op het Franse grondgebied geen paramilitaire organisatie die aan zijn gezag ontsnapte. Financieel: Hij kon zijn lege schatkist spijzen met de bezittingen van de tempelorde.
De katholieke kerk was niet opgewassen tegen de machtige koning van Frankrijk. Veel betrokken geestelijken (paus, aartsbisschoppen, commissie en inquisiteur) waren zelf Fransen, nauw verbonden met de koning en nauwelijks bereid hem tegen te spreken. Als ze al niet actief meewerkten aan zijn plan.