Op het belangrijkste plein, het Praça da República met een standbeeld van grootmeester Gualdim Pais, staat tegenover het 17e-eeuwse raadhuis de
Igreia de São João Baptista. Het opvallendste aspect aan deze laat-gotischelmanuelino-kerk uit de 15e eeuw is de manuelino-klokketoren met de achthoekige bovenbouw en piramidevormige spits. Het flamboyant-gotische hoofdportaal is van de hand van een onbekende Franse kunstenaar. Dit geldt ook voor de achthoekige gebeeldhouwde kansel. Aan de muren hangen schilderijen van de Portugese primitieven, 16e eeuw. 'Het Laatste Avondmaal' en 'Salomé' worden toegeschreven aan Gregório Lopes.
In de buurt van dit plein in de vroegere jodenwijk staat de Sinagoga, Rua Dr. Joaquim Jacinto. Veel synagoges zijn er in Portugal niet bewaard gebleven. Dit kerkje uit de 15e eeuw heeft ook maar nauwelijks de vernielzucht van andersdenkenden doorstaan. Het heiligdom werd tussen 1430 en 1460 gebouwd en is slechts kort door de joodse gemeenschap gebruikt. In 1496 vaardigde Manuel I een edict uit waarbij de joden werden gedwongen óf het land te verlaten óf zich tot het christendom te laten bekeren. Velen kozen voor de eerste 'oplossing' en vertrokken naar de Lage Landen (Nederland en België) en Duitsland. Het Museu Luso-Hebraico 'Abraão Zacuto' is nu nog bescheiden van omvang, maar moet in de toekomst uitgebreid worden tot een cultureel en religieus centrum. In 1987 werden naast de synagoge de rituele baden, mikveh, uit de 15e eeuw blootgelegd.
Monumento Henrique o Navegador
Hendrik de Zeevaarder heeft zijn plaats gekregen op het plein aan de ingang van het bos 'Mata dos Sete Montes'. Vanaf hier loopt een kronkelende weg heuvelopwaarts. U bereikt eerst de Ermida de Nussa Senbora da Conceigáo. Deze 16e-eeuwse kapel is een bijzonder zuiver voorbeeld van de vroege renaissancebouw. Wie de architect is, is niet bekend. In het interieur vallen het tongewelf en het caissettenplafond met rozetversieringen op.
Bovenop de heuvel is parkeerruimte en het Castelo dos Templários. Na de verovering van Santarém in 1147 en dat van Tomar in 1159 begon grootmeester Gualdim Pais met de bouw van een kasteel, waarvan niet veel meer is overgebleven dan de omwalling en de Rotunda. Via de Torre de Homenagem in de nog altijd indrukwekkende muur betreedt u de binnenplaats, de rustbanken zijn geheel bedekt met 'azulejos', die tot tuin is omgewerkt. Een dubbele trap leidt naar de tempelierskerk, beter bekend als Rotunda. Onder Manuel I is deze zestienhoekige kerk, gebouwd naar Syrisch-Byzantijnse principes, uitgebreid met een manuelino-schip en daaronder de kapittelzaal. Het geheel is daarmee opgenomen in de nieuwbouw van het klooster. Het schitterend gebeeldhouwde manuelino-portaal uit de 16e eeuw is van de hand van Joáo de Castilho: het is een kleinere, intiemere pendant van het zuidportaal van het klooster van Belém. De 12e-eeuwse Rotunda, nu het koor van de kloosterkerk, is gebouwd rond een achthoekig heiligdom, de 'charota', dat door 16 ribben met het plafond en de buitenmuren is verbonden. Van de Byzantijnse wandschilderingen is hier en daar (op de boog) nog iets zichtbaar. De rest van de decoraties is manuelino en renaissance (stucwerk, kleurrijk beeldhouwwerk en schilderijen).
Convento de Cristo:
Het hoger gelegen schip, netgewelven, van de kerk, dat met een spitsboog aansluit op de Rotunda, werd in 1510 voltooid door Diogo de Arruda. De in 1509 door Olivier van Gent gesneden koorstoelen zijn door de Fransen tijdens de Napoleontische oorlogen in het begin van de 19e eeuw voor brandhout gebruikt. Het gevelfront is uitgevoerd in een weelderige manuelinostijl.
Het Claustro do Cemitério, kruisgang van de begraafplaats, en het Claustro da Lavagem, kruisgang van de wasplaats, gedeeltelijk ingestort, werden in de 15e eeuw gebouwd op initiatief van Hendrik de Zeevaarder. Beide zijn met 16e-eeuwse blauwe 'azulejos' versierd. In de voormalige sacristie is een missiemuseum ingericht. Het grootste kloosterhof is het Claustro dos Felipes of Claustro Grande. Diogo de Torralva startte niet de bouw, 1557-1566, maar Filippo Terzi, hofarchitect van de Spaanse koning Filips II, voltooide deze renaissance-kruisgang met fontein in 1580. Volgens de overlevering zou Filips II hier tot koning van Portugal gekroond zijn. Een wenteltrap brengt u naar een terras, waarvandaan u uitziet op het Claustro de Santa Bárbara, maar vooral op het wereldberoemde venster van de kapittelzaal. Deze creatie van Diogo de Arruda is het summum van de manuelinostijl. Het vier meter hoge venster is zo rijk versierd dat het moeite te kost de details direct te herkennen: boven het kruis van de Christusridders, links en rechts motieven uit de scheepvaart, touwen, kabels, masten, koralen, algen, en onderop een portret van een zeeman. Dit venster is nog op twee andere manieren te bekijken. Vanuit een raam van het Claustro Grande kijkt u er recht tegen aan, en als u een andere wenteltrap afdaalt, kijkt u er van beneden af tegenaan. Vanaf het Claustro Grande kunt u ook het manuelino-hoofdportaal van bovenaf bekijken. Het Claustro da Hospedaria, Claustro da Micha en Claustro dos Corvos dateren alle van het eind van de 16e eeuw.
Aan de overkant van de Rio Nabáo liggen nog twee kerken:
Igreja de Santa lria, Rua do Marques Pombal, een renaissance-kapel.
Igreia de Santa Maria dos Oilvais, Rua de Santa Iria, dit is de moederkerk van de orde der tempeliers. De vroeg-gotische kerk werd in de 12e eeuw gebouwd, maar heeft nadien heel wat wijzigingen ondergaan. Vrijwel alle meesters van de orde liggen hier begraven.
Omgeving
Vier kilometer ten noordwesten van Tomar zijn de resten te zien van het Aqueduto de Pegòes Alto, 1593-1614, architect Filippo Terzi) dat de watertoevoer van het klooster regelde. Het aquaduct is 5 km lang en telt 180 bogen. Het is opmerkelijk hoe goed dit bouwwerk bewaard is gebleven.
Een aantal kilometers ten oosten van Tomar ligt het Barragem do Castelo de Bode, een stuwmeer in de Rio Zézere. De stuwdam is 115 m hoog en 400 m lang. Het meer is toegankelijk voor watersporters en hengelaars. Meer naar het noorden liggen nog enkele stuwmeren in de Rio Zézere: Barragem da Bouça en Barragem do Cabril.