Tomar, ontdek de het historische Midden-Portugal

Wie langs de historische straten van Tomar of aan de oever van het dicht begroeide, in de rivier badende park wandelt, verliest de tempeliersburcht nooit uit het zicht. De UNESCO verklaarde dit monument "Erfgoed van de Mensheid" een unicum in de Geschiedenis van het Westen dat symbolen draagt van de openheid van Portugal ten opzichte van andere beschavingen.

Op deze weblog vindt u alle inspiratie voor een zoektocht naar de geschiedenis van de Tempeliers. Laat u fantasie de vrije loop met informatie over geheime genootschappen, verborgen symbolen en historische bezienswaardigheden. Uw verblijf krijgt een meerwaarde net een zoektocht naar de geschiedenis van kunst, spiritualiteit, cultuur en architectuur. Kom naar Midden-Portugal en bezoek de belangrijkste monumenten, die getuigen zijn van een lange historie. Bij Casa Agradavel kunt u de Portugese gewoonten en gastvrijheid meemaken door te overnachten in een landelijke accommodatie. Het zullen onvergetelijke momenten worden!



Op zoek naar de schat (versie 3)

Een andere invalshoek?

Je moet uitkijken als schrijvers over mysterieuze onderwerpen zoals de graal ineens weer op de proppen komen met tempeliers. Hun vermeende connecties met allerlei vreemde genootschappen, hun 'geloof' in een afgod, genaamd Baphometh en hun zogenaamde inwijdingsrite met het vertrappen van en het spuwen op het kruis zijn vaak beschreven, maar nooit echt bewezen.

Er zijn allerlei groepen geweest in de negentiende en twintigste eeuw die beweerden hun opvolgers te zijn. Daarvan zijn de Vrijmetselaars natuurlijk de bekendsten. Toch zijn er ook ordes opgericht die beweerden regelrechte opvolgers te zijn.

In Duitsland ontstonden er aan het begin van de twintigste eeuw twee nieuwe ordes die zich baseerden op die tempeliers: de Ordo Templi Orientis, die zich richtte op occulte zaken, en de Ordo Novi Templi, die zich presenteerde als een Arische organisatie die een raciaal bewustzijn wilde nastreven.

De Ordo Templi Orientis werd een tijd bestuurd door ene Theodor Reuss (1855 - 1923). Hij was tegelijkertijd een politiespion die berichten moest doorgeven over de activiteiten van de dochter van Karl Marx, Eleanor. Zijn opvolger als hoofd van de orde, Aleister Crowley, werd ook meerdere keren genoemd als 'werknemer' van de Engelse geheime dienst.
De Ordi Novi Templii was rond 1905 opgericht door ene Jörg Lanz vond Liebenfelz. Hij was als Adolf Lanz geboren in Wenen en was opgegroeid in de dubbelmonarchie, Oostenrijk-Hongarije. Op jonge leeftijd was hij enthousiast geworden over de Graallegenden en dappere ridders die streden voor nobele doelen door de opera's van Richard Wagner. Hij werd op z'n drieëntwintigste monnik in een abdij bij Wenen. Hij combineerde een diepgaande studie van christelijke en gnostische literatuur met het racisme uit zijn tijd. In 1899 stapte hij uit de orde omdat zijn ideeën niet meer katholiek genoeg waren.

Hij was ondertussen zover gevorderd met zijn 'studies' dat hij beweerde dat de zondeval uit de Bijbel in werkelijkheid de vermenging van het Arische ras met mindere wezens was geweest. Het 'pure ras' had zichzelf op die manier verzwakt. In 1905 publiceerde hij zijn misschien wel belangrijkste werk: Theozoologie oder die Kunde von den Sodoms-Äfflingen und dem Götter-Elektron. Hierin beschreef hij de mensheid als een creatie van het kwade. De Bijbel en met name het Oude Testament was geschreven als een waarschuwing voor het Arische ras. Christus was een Ariër geweest die was vermoord door de 'beestmensen' omdat hij het pure Ariër zijn wilde propageren. Het was nu een soort seksueel racisme. Het was als Ariër 'vies' om met lagere rassen seks te hebben. Nakomelingen waren gedegenereerde wezens. Lanz stelde voor om het proces als het ware te keren, om het ras weer puur te maken. Hij verklaarde democratie, socialisme en feminisme tot de grote tegenstanders van dit streven. Maar ook de christelijke deugd van medelijden moest het ontgelden. Om het Arische ras weer puur te maken moesten lagere rassen uitgeroeid worden door een gedwongen programma van sterilisatie en castratie. Later zou Lanz hebben beweerd: Hitler is één van onze leerlingen. Maar echt bewijs voor die bewering is er niet. Lanz beweerde ook dat Hitler in 1909 bij hem op bezoek zou zijn geweest. Maar hoe wist hij wie het was? Hitler had in die tijd nog geen enkele bekendheid. Wel is duidelijk dat er in meerdere kringen dit soort rare ideeën circuleerden.

In zijn latere geschriften ging Lanz door met het propageren van zijn idee van de terugkeer naar het pure ras. Hierbij maakte hij vrijelijk gebruik van teksten van theosofen, zoals Madame Blavatsky, Annie Besant en Rudolf Steiner. Hij geloofde ook in verzonken continenten en het verdwenen derde oog. Maar ook vond hij er verhalen over hoe vermenging met inferieure rassen had gezorgd voor een 'zondeval'. Deze occulte ideeën zouden een voedingsbodem worden voor de ontwikkelingen in de jaren dertig en veertig. Lanz zag de heraldiek van deviezen en namen als een soort code voor de arische mens. Daarbij gebruikte hij ook astrologie en handleeskunde.

Een verdere studie van astrologie zorgde ervoor dat er een soort millenaristische urgentie bij kwam. De Eerste Wereldoorlog was een voorbode van grote veranderingen. Beschrijvingen ervan kwamen terecht in zijn tijdschrift Ostara.

Hij publiceerde er ook de doelstellingen van zijn Ordo Novi Templi in. Met enkele vrienden kocht hij voor de orde een ruïne van een kasteel. Daar vierde hij kerst 1907 door een vlag met swastika te hijsen. Verder organiseerde de orde in de loop van het jaar erop diverse feesten die in plaatselijke en enkele landelijke kranten werden beschreven. Zo kreeg Lanz zijn gratis publiciteit. Toegelaten worden tot de orde kon alleen als je min of meer (?) blond haar, blauwe ogen en een 'arisch-heroïsch' figuur had. De leden van de orde moesten een soort aristocratie gaan vormen. Lanz schreef verschillende werken en stelde anderen samen op basis van 'geleende' teksten voor de orde. Er waren graden te halen en er was specifieke kleding te dragen. In alles hield hij het voorbeeld van de oorspronkelijke tempeliers voor ogen. Het einde van de Eerste Wereldoorlog en het verdwijnen van de dubbelmonarchie brachten Lanz' activiteiten tijdelijk tot stilstand.

Maar in 1922 startte er een nieuwe serie van Ostara. Lanz was verhuisd naar Hongarije en anderen namen de taak op zich om de orde in Oostenrijk en Duitsland te reorganiseren. In beide landen lukte dat met mensen die zich wat later ook schaarden bij de opkomende nazi's. De groepen zetten netwerken op voor racistische organisaties in Europa. Typisch genoeg echter werd ook de Ordi Novi Templi door de nazi's verboden. Hitler wilde niets van occulte genootschappen weten. Lanz verhuisde in 1933 naar Zwitserland en bleef daar tot 1945 wonen. Hij moest nu niet veel van Hitler hebben.

Eén van de genen die Lanz vlak na de eerste Wereldoorlog had ontmoet, Karl Maria Willigut, zou als enige uit die kringen wel concrete invloed hebben op het gedrag van één van de belangrijkste nazi-leiders. Hij werd adviseur van Heinrich Himmler. Willigut had een eigen versie van de geschiedenis van de wereld ontwikkeld rond de geschiedenis van zijn voorouders met een behoorlijke dosis mythologie van theosofen en aanverwante groepen. Zijn chronologie begon bijvoorbeeld rond 228.000 jaar voor Christus, toen er drie zonnen in de hemel stonden en de aarde bevolkt was met reuzen, dwergen en andere wezens. Willigut's voorouders hadden geholpen om een soort orde in deze chaos te brengen. Het waren dit soort verhalen die hem enige aanzien bezorgden in de kringen van nationalisten en racisten. Katholieken, joden en vrijmetselaars waren als het ware de huidige incarnaties van eeuwenoude tegenstanders van zijn voorouders. Misschien niet verwonderlijk dat de man van 1924 tot 1927 gedwongen werd opgenomen in een inrichting... Na zijn vrijlating echter werd hij door zijn vrienden (onder andere die van de tempelierorde) snel weer in staat gesteld om zijn positie als 'Duitse wijze' in te nemen. In 1933 werd hij lid van de SS. Hij werd hoofd van een afdeling die de geschiedenis van het Duitse ras moest bestuderen. De correspondentie met Himmler werd steeds vriendelijker. Ze gaven elkaar zelfs verjaardagscadeaus.



In januari 1933 trok Himmler tijdens een verkiezingstournee door het Teutoburgerwoud. Het was natuurlijk een belangrijke plek voor het Duits nationalisme. Daar waren immers de Romeinse legioenen van Augustus verslagen door de Germanen. Himmler wilde er een kasteel aanschaffen voor SS-doeleinden. Dat werd in november 1933 de Wewelsburg.
Het werd een museum en een opleidingsinstituut voor SS-officieren voor hun ideologische scholing. Wiiligut was adviseur bij de aankoop. Hij haalde een oude Westfaalse legende aan dat een enorm leger uit het oosten uiteindelijk verslagen zou worden door het westen bij deze burcht. De Wewelsburcht zou ter zijner tijd moeten uitgroeien tot een soort cultcentrum. Er kwam echter een oorlog tussen...

Graal?
Eén van degenen met wie Karl Maria Willigut samen werkte was Otto Rahn (1904 - 1939). De naam van de man valt regelmatig als het gaat om de mysteries rond het zoeken naar de Graal. Dat komt eigenlijk doordat hij in 1933 een boek publiceerde Kreuzzug gegen den Gral. Daarin beschreef hij de katholieke kruistocht tegen de Katharen in 1207 als de onderdrukking van een gnostische godsdienst, die hij zag als mengeling van ideeën over de liefde van troubadours, het geloof van de Katharen en legenden rond de Graal.

In 1929, toen hij door de economische crisis werkeloos was geworden, trok hij op zoek naar werk via Zwitserland en Parijs naar de Languedoc, waar de Katharen ooit hadden gewoond en ontmoette er deskundigen zoals Antonin Gadal en René Nelli. In de jaren dertig was het onderwerp Katharen nog niet zo populair als tegenwoordig.

Otto Rahn

De Graal zou in het bezit zijn geweest van de Katharen. Toen hun misschien wel belangrijkste kasteel, Montségur, werd belegerd, zou aan het einde van dat beleg de Graal in veilgheid zijn gebracht. Ook zouden de Tempeliers er in bezit van zijn geweest. Dit zouden dan de bewakers zijn geweest die genoemd werden in Parzival van Wolfram von Eschenbach. Maar... Von Eschenbach omschreef de Graal als een steen! Maar niet alleen Rahn werd door Eschenbach geïnspireerd, ook Richard Wagner gebruikte zijn werk als 'bron'.

Met Rahn is het raar gelopen. Iemand bracht zijn werk onder de aandacht van Himmler en die vroeg Rahn mee te werken aan onderzoek gesponsord door de SS. De SS onderzocht een soortgelijke onderdrukking: die van het 'germanendom' door de katholieke kerk. Zo ging hij onder andere op reis naar IJsland. In zijn verslag probeerde hij restanten van het geloof van zowel de oude Germanen als de Katharen terug te vinden in verschillende delen van Europa.
Eind 1937 kwam hij in militaire dienst bij een SS-divisie die het concentratiekamp Dachau moest bewaken. Waarom hij daarna in februari 1939 uit de SS stapte is niet duidelijk. Een maand later stierf hij na een gevaarlijke tocht door de bergen bij Kufstein.

In verschillende boeken wordt gesuggereerd dat de SS op zoek naar de graal zou zijn geweest. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zouden dan groepen SS´ers gezocht hebben in de Pyreneeën en de Provence. Himmler zou in zijn cultcentrum Wewelsburg niets meer of minder hebben gewild dan een soort heroprichting van de ridders van de ronde tafel! In die zin paste daar het zoeken naar de Graal prima bij.

Het is om de een of andere reden spannend om te veronderstellen dat terwijl er op het slachtveld honderdduizenden stierven er op een ander plan strijd werd gevoerd om het bezit van een Heilige Graal of een Lans van het Lot. Er worden samenzweringen gesuggereerd waar ze niet waren, terwijl de werkelijke complotten, bijvoorbeeld om Hitler te vermoorden, minstens net zo spannend zijn, maar blijkbaar niet sensationeel of ´schokkend´ genoeg zijn.

uit Passage6 (Ed Jansen)

Literatuur:

Baigent, Michael, Leigh, Richard & Lincoln, Henry, The Holy Blood and the Holy Grail, Corgi Books, London, 1986

Baigent, Michael, Leigh, Richard & Lincoln, Henry, The Messianic Legacy, Corgi Books, London, 1987

Brown, Dan, De Da Vinci Code, Uitgeverij Areopagus, Amsterdam, 2004

Fanthorpe, Lionel & Patricia, Secrets of Rennes-le-Château, Samuel Weiser Inc., York Beach, Maine, 1992

Goodrick-Clarke, Nicholas, The Occult Roots of Nazism, secret Aryan Cults and their Influence of Nazi Ideology, New York University Press, New York, 1992

Ellic Howe, Astrology and the Third Reich, The Aquarian Press, Wellingborough, Northamptonshire, 1984

Kletzky-Pradere, Tatiana, Rennes-le-Chateau, guide du visiteur, 1990

Peter Levenda, Unholy Alliance, A History of Nazi Involvement with the Occult, Avon Books, New York, 1995

Lincoln, Henry, De gewijde vijfhoek, Rennes-le-Château, de verborgen geschiedenis onthuld, Tirion, Baarn, 1998